terug naar het overzicht

Vossen op de kwelder        

Over feiten en verzinsels rond vossen                    fox_with_sheep_md_wht.gif

door Gerben Veenstra

 

Het afgelopen voorjaar is in de media veel aandacht geweest voor de vos en dan met name over de schade die vossen aanbrengen in de natuur en aan schapenhouders in het noorden van onze provincie. Met dit ingezonden artikel wil ik de vooral negatieve berichtgeving nuanceren.

“Schapenhouder machteloos tegen moordende vossen” inclusief foto van een bloederig karkas van een schaap in het Dagblad van het Noorden van 1 februari 2003. “Straks ook kinderen prooi voor vossen” in de Ommelander Courant van 10 februari 2003 en om de schrik er nog meer in te krijgen is de bijgaande tekst afgedrukt tegen een ‘bloedrode’ achtergrond. Pikant detail was dat deze opmerking werd gemaakt door gemeenteraadslid de heer Vreugdenhil.

Door deze artikelen en vele andere berichten over doodgebeten pluimvee, is de negatieve berichtgeving over de vos in dit voorjaar behoorlijk aangescherpt. Die vele berichten  zijn echter niet alle even genuanceerd of waarheidsgetrouw. Reden genoeg om enkele feiten boven de tafel te krijgen en een briefwisseling te starten met genoemde kranten onder andere door ondergetekende en Erik Schothorst. De polemiek bestond uit brieven naar de redactie over de eenzijdige en ongenuanceerde berichtgeving en uit ingezonden brieven als reactie op de berichtgevingen.

Zo schreef Erik in een ingezonden en gepubliceerde brief:

“. . . In Nederland is in de afgelopen 25 jaar niet één keer een kind door een vos gebeten. Logisch, want vossen vallen geen mensen aan. Hoe anders is dat met onze geliefde huisvriend de hond.

In 1999 kregen in Nederland 12 per 10.000 inwoners medische behandeling omdat ze gebeten waren door een hond. Omgerekend naar de gemeente Eemsmond zou dat neerkomen op 20 beten per jaar. En let wel: dan gaat het alleen om de beten die behandeld moeten worden. Misschien kan de heer Vreugdenhil zich daarover eens druk maken? . . . 

 

Naar aanleiding van de briefwisseling heeft het Dagblad van het Noorden zijn artikel van 1 februari aangepast. Op 21 februari verschijnt het artikel “Een vos die een schaap doodt: kulverhaal of werkelijkheid”. Journalist Eddy Schaank laat het in dit artikel echter bij een open einde met de stelling (ik citeer) “Misschien dat beide partijen zich maar het beste kunnen wapenen met een infraroodcamera en zich enkele nachten op de kwelders van de Noordpolder verschansen”. Maar de belangrijkste stelling in dit artikel is waarschijnlijk die van Kritisch Faunabeheer, namelijk (ik citeer) “dat nergens ter wereld is geconstateerd dat vossen schapen aanvallen en doden”.

 

Wat is er werkelijk aan de hand?

Bij één van onze wadvogeltellingen in januari van dit jaar in de Noordpolder vroeg een schapenboer  of wij twee loslopende honden hadden gezien die tussen zijn schapen waren gesignaleerd. Een tweetal schapen was doodgebeten en nog een aantal zoek. Een verdergaand onderzoek in de Noordpolder wees al snel uit dat er inderdaad loslopende honden in het spel waren die het op de schapen hadden voorzien. Later bleek dat door de dierenarts is bewezen dat honden schapen hebben doodgebeten; de honden zijn ondertussen afgemaakt (bevestigd door de plaatselijke politie).

Ook op 15 mei kopt de Ommelander Courant weer “Politie schiet hond dood na slachting onder schapen”. Hierbij gaat het om een hond ter grote van een herder die het gebied tussen Westernieland tot Usquert heeft afgestroopt.

Maar nu blijft bij mij een vraag knagen over de fysieke capaciteiten van de vos; kan een vos nu werkelijk een schaap doden of niet? Op zoek dus naar een wetenschappelijk onderbouwing voor deze stelling.

 

Op zoek naar een neutrale wetenschappelijke onderbouwing.

Ik kom terecht bij de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming, afgekort VZZ. Hun Internetpagina www.vzz.nl geeft een duidelijk beeld over de vos. Een andere interessante Internetpagina is te bereiken via een link op de SOVON-Internetpagina en heet Reinaert. Iedereen die meer wil weten kan op deze pagina’s terecht.

Onderstaande geeft een algemeen beeld van de vos en zijn prooi in vergelijking met andere kleine inheemse roofdieren en van onze geliefde huisdieren, een groot deel van de informatie heb ik van de genoemde Internetpagina’s en van Jaap Mulder; medewerker bij VZZ.

Door zijn dikke vacht en dito staart lijkt de vos heel wat, maar eigenlijk is hij meer een opgevoerde teckel of een flinke kat. Hij heeft per dag aan een halve kilo voedsel genoeg en is een echte opportunist, die leeft van wat zich zoal aanbiedt; in landbouwgebieden zijn dit voornamelijk kleine knaagdieren zoals muizen en konijnen, wormen en insekten. Daarnaast is hij een aaseter en opruimer van ons afval en van zieke en gewonde dieren. In de broedperiode staan ook de eieren en jongen van onze gevederde vrienden op zijn menu.

Vossen zijn niet in staat een volwassen schaap te doden, mogelijk gebeurt dit wel eens wanneer een schaap ‘verwenteld’ is. Schapen zijn daarom ook niet bang voor vossen en jagen ze weg bij hun lammeren. Er zijn dus geen gegevens bekend dat vossen lammeren hebben gedood. Wel worden vossen gezien bij dode lammeren en schapen.

Prooiresten
Het nu volgende is wat minder smakelijk, maar het moet wel even geschreven worden; het gaat over de prooiresten:

Prooien van de vos kunnen vogels, waaronder ook kippen en eenden zijn. Een kippenhok of eendenvijver na zijn bezoek is een slachting, meestal afgebeten koppen, half of heel begraven dieren, enzovoort. Hij kan niet anders dan blijven bijten als de gelegenheid zich blijft voordoen. Marterachtigen daarentegen maken er niet zo'n puinhoop van. Katten pakken waarschijnlijk maar één prooi en rollen de huid van grotere zoogdieren (konijn en zo) op door likken terwijl ze eten.

Schapen raken in paniek bij de aanwezigheid van honden, ze ontsnappen door de omheining of belanden in de sloot, verdrinken of worden doodgebeten. Schapen die zijn aangevallen door honden en daarna worden aangevreten zien er nogal gehavend uit. Een schaap die als eerste door een vos is aangevreten heeft maar een betrekkelijk kleine wond.

Ik hoop dat dit schrijven wat meer duidelijkheid geeft over de biologie van ons roofdier. Oplettende lezers kunnen nu met gedegen kennis de fabels te lijf gaan.

Tot slot: Wat mij nog van het hart moet is, dat ik de woede en teleurstelling van de schapenboeren in de Noordpolder begrijp. Het moet vreselijk zijn wanneer je veestapel op welke manier dan ook geweld wordt aangedaan.

 

Gerben Veenstra, Warffum

10 oktober 2003.

 

Bronnen:

Internetsite VZZ en de reactie van Jaap Mulder (VZZ) op mijn vragen, tekst van Erik Schothorst.

naar boven