terug naar het overzicht

Oefendag op Simonszand                        Een unieke ervaring in een bijzonder gebied

Op vrijdagavond 15 augustus om 22.30 uur verzamelen 20 wadvogeltellers (m/v) en 2 leden van de Utrechtse telgroep van Simonszand, Vasco van der Boon en Wigle Braaksma, alsmede fotograaf Hans Hut, zich in de haven van Lauwersoog, om aan boord te gaan van de MS Noordster voor een tocht naar Simonszand. Simonszand is een zandplaat tussen Schiermonnikoog en Rottumerplaat van ruwweg een kilometer bij een kilometer. Eigenlijk is het beter om te spreken van Simonsrif (een niet -officiële benaming) want het oorspronkelijke Simonszand is bijna verdwenen en ten noordwesten hiervan is een nieuwe en hogere plaat ontstaan. Het geheel ligt in atlasblok 03-31. 

De aanleiding voor deze reis is de vijfde oefenteldag van de Groningse wadvogeltellers, opererend als wadvogelwerkgroep van Avifauna Groningen. Gewoonlijk vinden oefenteldagen plaats in het telgebied van de tellers, namelijk de Noordkust van Groningen. Maar wij vonden dat bij deze feestelijke gelegenheid een speciale bestemming paste. Simonszand leek ons een uitstekende bestemming om eens te leren hoe je grote groepen vogels telt. 

Aan boord worden de telescopen al in stelling gebracht

Aan boord heerst al snel een gezellige stemming als tijdens de inleidingen van Erik Schothorst, Vasco van der Boon en Wigle Braaksma de wijn op tafel komt. Aan dek is het uitzicht prachtig, het maanbeschenen wad is van een ongekende schoonheid. In het licht van de schijnwerper waarmee de boot zijn weg zoekt door de smalle vaargeul zien we meeuwen en eiders. In de verte de vuurtoren van Schiermonnikoog. We varen  langs een groep van naar schatting 5000 eidereenden. 

Landing op Simonszand; op de achtergrond de MS Noordster

 

Het oefenprogramma
Na een korte nachtrust gaan we om 09.00 van boord en betreden Simonszand. Het is schitterend weer, een lichte noordwestenwind, half bewolkt, 's middags volop zon en een temperatuur van een graad of 18. Op de oostpunt van Schier liggen ruim 60 zeehonden te rusten. Ze blijven gewoon liggen. Direct al langsvliegende Grote Stern en vissende Dwergsterns en Visdieven. We starten met vier groepen die elk een eigen opdracht hebben. Deze opdrachten zijn:
* Zeetrektrektelling
* Trektelling van zangvogels
* Bestudering van vogels die aan komen vliegen naar de HVP (hoogwatervluchtplaats)
* Tellen van vogels die al op de HVP zijn aangekomen.

Het is de bedoeling dat alle vier groepen iedere activiteit een uur uitvoeren en dat daarna de resultaten zullen worden vergeleken.

Eindeloos wad en wolken, wadvogeltellers op de zandplaat tussen Noordzee en Waddenzee

De zeetrektelling levert in totaal 14 Zwarte zeeëenden op, twee Grote Jagers en een aantal aalscholvers, Grote Sterns en meeuwen. De trektelling van zangvogels levert  slechts 1 graspieper en 1 spreeuw op. Daarnaast signaleren we in totaal 8 overvliegende regenwulpen  Hoewel leuk om te doen  zijn deze twee activiteiten niet de hoofdreden om naar Simonszand te gaan. We laten ze dan ook voor wat het is als in de verte grote zwermen vogels omhoog komen.

Dynamisch gebeuren, lastig tellen.
Al gauw komen enorme groepen steltlopers binnenvliegen. Het begint met de Wulpen. Een deel strijkt neer op Simonszand, een aantal vliegt later weer door naar Rottumerplaat of terug naar de oostpunt van Schiermonnikoog. Daarna volgen enorme wolken Kanoeten, met daarin weer groepen Rosse Grutto en Zilverplevier. In de verte een wolk Bonte Strandlopers. Het is bijna niet bij te houden, voor menig teller is het helemaal niet bij te houden. We merken al snel dat het verstandig is om direct als vogels al komen aanvliegen, nog uren voor hoogwater, te beginnen de invliegende vogels te tellen. Probleem daarbij is dat ze snel overkomen, in grote getale overkomen en ook nog eens door elkaar vliegen. Al met al een bijzonder dynamisch gebeuren; goed tellen vereist een goede voorbereiding en taakverdeling. Het helpt als je vooraf afspreekt wie welke vogelsoort zal gaan tellen. Je moet ook heel goed opletten hoeveel vogels die eerst binnenvlogen weer vertrekken vóór dat het hoogwater is. Het gaat immers om het aantal overtijende vogels. Als je dit goed doet, kun je het resultaat vergelijken met de echte HVP-telling.

Wolken kanoeten

Na verloop van tijd, als het water zijn hoogste punt nadert, zitten er op de HVP enorme aantallen vogels. En ook nog eens veel verschillende  soorten. We onderscheiden Drieteenstrandlopers (altijd een beetje apart zittend van de andere vogels), Bonte strandlopers, Zilverplevier, enorme aantallen Kanoeten, Wulpen, Rosse Grutto, Steenloper, Dwergstern, Visdief, Grote stern, Scholekster en een klein aantal Noordse sterns. In kleinere aantallen zien we ook Aalscholver, Bergeend, Groenpootruiter, Tureluur, Zilvermeeuw, Kleine Mantelmeeuw, Grote Mantelmeeuw, Stormmeeuw en Kokmeeuw. Heel bijzondere waarnemingen zijn een overtijend vrouwtje Zwarte Zeeëend en een vrouwtje IJseend. 

Help, het water stijgt.
Het hoge water verdeelt de zandplaat in kleinere delen. Vandaag is het springtij en komt het water extra hoog te staan. De grote  zandplaat waarop wij ons bevinden wordt zo langzamerhand angstig klein. Het water komt van alle kanten op ons af. De groep verzamelt zich bij een laag duintje. En met laag bedoelen we 20 -30 centimeter en daarmee het hoogste punt van de plaat. Gek genoeg leken deze duintjes vanaf een kilometer afstand wel 2 meter hoog. Puur gezichtsbedrog naar nu blijkt. 

Het echte werk.
Ingesloten door het water begint nu het echte werk, namelijk het tellen van die enorme groep vogels. Om te beginnen schatten we de totale hoeveelheid vogels. Circa 120.000. Volgens Vasco en Wigle is dit voor Simonszand beslist geen extreem hoog aantal.

Tellen van de vogels op de hoogwatervluchtplaats

Dan komt het moeilijkste, namelijk hoeveel van welke soort zitten er in die groep. Iedere groep telt voor zich en probeert tot goede aantallen te komen. Probleem is dat je telt vanaf het zelfde niveau als waarop de vogels zitten, met andere woorden, je hebt geen overzicht over de groep vogels. Bij onze normale tellingen vanaf de zeedijk sta je negen meter hoger dan het wad en heb je wel dat overzicht. Verder zitten er vogels verstopt in geultjes, die zie je dus gewoon niet, tenzij de groep wordt opgejaagd door havik of slechtvalk. Maar die laten zich vandaag niet zien. Dat alles door elkaar zit zijn we wel een beetje gewend, dan doen ze thuis ook. Maar het zijn er wel heel erg veel door elkaar!. 

De aantallen die we tellen zijn in onze ogen verbijsterend hoog. Ongeveer 67.000 (ja u leest het goed! geen nul teveel) Kanoeten, 42.000 Bonte Strandlopers. Het zijn aantallen die we - Vasco en Wigle uitgezonderd - nooit eerder bijeen hebben gezien. Deze twee soorten spannen de kroon, de overige soorten zijn getalsmatig wat lager. Toch mag een totaal van 985 Dwergsterns er best zijn en hetzelfde geldt voor 800 Drieteenstrandlopers en 195 Visdieven. De Scholekster valt in aantal daarentegen heel erg tegen, slechts 300. 

Kanoeten en dwergsterns op Simonszand, op de achtergrond rosse grutto's

 

Leren van fouten.
Het is handig om te weten op welke punten je fouten kunt maken. De meeste tellers neigen tot het ondertellen van grote groepen. Hoe groter de groep, hoe hoger de ondertelling. Dit kan dus wel duizenden vogels schelen in het resultaat. Je kunt dit deels oplossen door te tellen in schijfjes van duizend en daarbij het schijfje te verbreden of te versmallen al naar gelang de breedte van de groep of de dichtheid per vierkante meter. Heel belangrijk is om grote groepen niet één keer te tellen, maar twee of drie keer. Ook op vorige oefendagen kwamen we tot de conclusie dat de derde telling vaak het hoogste aantal opleverde. Kennelijk moet je wennen aan de samenstelling en dichtheid van de groep. Er ontstaat gemakkelijk een (grote) telfout als je grote groepen niet voldoende zorgvuldig telt. 
Een tweede valkuil is de neiging om kleinere vogels te ondertellen. Het aantal bonte strandlopers per vierkante meter is veel hoger dan het aantal kanoeten, om maar een voorbeeld te noemen. Je moet dus altijd letten op de dichtheid, dus hoe dicht de vogels opeen zitten.

Andere aanpak.
Een iets andere aanpak van een telling kan de oplossing zijn. Wij zijn bij de wadvogeltellingen gewend om de taken te verdelen. Als je in tweetallen werkt telt de een een aantal soorten en de ander de overige soorten. Pas na afloop van de telling tellen we de aantallen op. Feitelijk plegen we geen controletelling. Daar is overigens ook niet altijd tijd voor. 
De tellers van Simonszand doen dat anders. Zij tellen allemaal dezelfde soorten en wisselen ter plekke aantallen uit. Bij grote verschillen tellen ze opnieuw. Wij kunnen dat ook doen, bij grote groepen vogels. Beide tellers tellen dan bijvoorbeeld die grote groep Scholeksters en wisselen ter plekke de aantallen uit. Nog beter is om na die eerste telling die groep nog eens te tellen en weer het resultaat te vergelijken.

Telresultaten 16 augustus 2003 Simonszand:

In onderstaande tabel staan de telresultaten van overtijende vogels op Simonszand op 16 augustus.

Dwergstern 985 Bontbekplevier 2
Noordse Stern 30 Rosse Grutto  2000
Visdief 195 Kanoetstrandloper  67000
Grote Stern 22 Bonte Strandloper 42000
Grote Mantelmeeeuw 87 Groenpootruiter  5
Kleine Mantelmeeuw 400 Steenloper  140
Kokmeeuw 2000 Zilverplevier 1052
Stormmeeuw 200 Scholekster 300
Zilvermeeuw 1200 IJseend 1
Regenwulp 30 Zwarte Zeeëend 1
Wulp 3273 Kluut 2
Drieteenstrandloper 800 Bergeend 10
Tureluur  100 Aalscholver 125
Eidereend 186 Gewone zeehond 67

 

Terugreis
Als de telling gedaan is, rusten we lekker uit in het zonnetje. Er wordt een uiltje geknapt, de dwergsterns worden nog eens goed bekeken en een aantal mensen gaat even lekker zwemmen in de Noordzee. Om 18.00 worden we weer opgepikt door de Noordster. We eten wat aan boord en beginnen  bijzonder voldaan aan de terugreis. Die duurt wat langer dan verwacht, omdat we moeten wachten tot we het wantij ten zuiden van Schiermonnikoog (een soort drempel tussen twee vaargeulen)  over kunnen en dus moeten wachten tot de vloed genoeg water heeft gebracht om verder te varen. . In de tussentijd vergelijken we de telresultaten en telmethodes en stellen we de uiteindelijke aantallen vast. Uiteindelijk bereiken we om 02.00 de haven van Lauwersoog

Al met al een unieke ervaring in een bijzonder gebied. En heel erg leerzaam.

Tot slot: nog even over Simonszand.
Simonszand is officieel niet toegankelijjk voor het publiek, maar de toegang wordt gedoogd. Dit kan bizarre taferelen opleveren. Het artikel van Vasco in de Wadvogelgors van 1999 doet reeds verslag van een trouwerij, compleet met piano en van wadlopers die de plaat aandoen. Zelf signaleren we een tiental zee-kayakkers die met afgaand tij arriveren en aldus gedwongen zijn de nacht te kamperen op Simonszand. Er bevinden zich wel een aantal bordjes met Verboden Toegang, maar die zijn gericht op het handhaven van de rust voor de zeehonden. Voor de overtijende wadvogels is niets geregeld. Er zal dus regelmatig sprake zijn van verstoring op de HVP. Het effect daarvan is onbekend. De vogels hebben uitwijkmogelijkheden bij verstoring, want ze kunnen gemakkelijk naar Schiermonnikoog of Rottumerplaat; beide liggen heel dicht bij. Hetzelfde geldt overigens voor de oostpunt van Schier. Vooral in het zomerseizoen komen daar toeristen (we zagen zelf de Balg-express op zoek naar rustende zeehonden) die voor verstoring zorgen en de vogels van Schier opjagen naar bijvoorbeeld Simonszand. Maar dan moet daar natuurlijk niet ook sprake zijn van verstoring. Het is de vraag hoe dit dilemma op te lossen. Simonszand is vooral van belang als HVP. Broedvogels zijn er nagenoeg niet. Geen toegang bij hoogwater is dus de oplossing. Maar hoe bereik je dat? Valt er iets te verwachten van principe-afspraken met bijvoorbeeld een commerciële zeekayak-organisatie? Meestal weegt het commerciële belang uiteindelijk zwaarder dan het natuurbelang. Het is afwachten.