De Dollard: van de Punt van Reide tot aan de Duitse grens bij Nieuwe Statenzijl
Gebiedsbeschrijving
De Dollard is onderdeel van het Eems-Dollard estuarium en meet ongeveer 10 bij 10 kilometer. Hiervan is 1160 hectare kwelder en 7700 hectare (bij laag water) droog vallend wad. Op het kaartje hieronder is het gestreepte deel kwelder en het grijs-gestippelde deel wad.
Het gebied wordt verder door enkele diepe geulen doorsneden. De wadplaten worden gekenmerkt door een hoog kleigehalte. Dit geldt vooral voor de wat hoger gelegen delen.
De Dollard is ontstaan in de Middeleeuwen toen de venige bodem van Reiderland ten prooi viel een een reeks stormvloeden. In de 16e eeuw bereikte de Dollard zijn grootste omvang, toen de zee tot aan Winschoten en Midwolda kwam.
De Punt van Reide (A) is een restant van een oeverwal uit de tijd van voor deze overstromingen. Vanaf de 17e eeuw slaagde men er in om land terug te winnen en eeuwenlange bedijkingen hebben dit getijdegebied tot zijn huidige omvang teruggebracht. De twee meest recente polders die nog als akkerbouwgebied in gebruik zijn, zijn de Johannes Kerkhovenpolder en de Carel Coenraadpolder. De laatste bedijking was in 1980 waarbij polder Breebaart (B) ontstond. Deze polder is thans natuurgebied (zie verderop voor een beschrijving).
De Dollard is een bijzonder gebied en dat blijkt ook uit de vogels die er voorkomen. De Dollard is de laatste zeearm in het Nederlandse Waddengebied waar het getij nog vrij spel heeft. Via de Eems en de Westerwoldse Aa stroomt zoet water binnen dat zich mengt met het zoute zeewater. Het grote verschil in zoutgehaltes blijkt uit de begroeiing in het gebied: in het zuidoosten komt langs de kwelderrand veel riet voor (met Blauwborst, Snor en andere moerasvogels) maar meer naar het westen kan deze zoetwaterplant zich niet handhaven.
Door de beschutte ligging zijn grote delen van de platen in de Dollard bedekt met een fijnkorrelig slik. Op dit slik vestigen zich veel bodemdieren (vooral borstelwormen) en die trekken grote aantallen vogels aan. In 1981 hebben de Stichting Het Groninger Landschap en de Vereniging Natuurmonumenten een groot deel van de Dollard aangekocht. Vanaf dat moment is de beweiding door vee minder intensief en is het greppelonderhoud gestaakt. Dit heeft geleid tot een verrijking van de kwelder met talloze plasjes. Een deel van de kwelder is nog in particulier bezit. Hier is de veedichtheid hoog en de greppels worden elk jaar onderhouden.
Kenmerkende soorten.
De meest kenmerkende vogelsoorten voor de Dollard zijn de Brandgans, Grauwe Gans, Wintertaling, Kluut, Zwarte Ruiter en Frater.
De Brandganzen zijn in maart en april op hun hoogtepunt, met aantallen boven de 20.000 vogels. De Grauwe Gans komt vooral tijdens de herfsttrek in de Dollard voor. De Wintertaling is ook vooral in de herfst in grote aantallen te zien. De Kluut komt het hele jaar in de Dollard voor. In de herfst zijn de grootste aantallen te zien. De Zwarte Ruiter trekt door in april - mei en juli – augustus. In mei zijn de aantallen het grootst.
jaarvoorkomen van de Zwarte Ruiter in in de Dollard, met de hoogste aantallen
in mei
Andere soorten
In de winter worden er Fraters, Sneeuwgorzen en Strandleeuweriken gezien.
Er komen veel roofvogels in het gebied voor. Slechtvalk en Smelleken worden in de winter gezien, naast Blauwe Kiekendief, Buizerd, Havik, Sperwer en Torenvalk die ook in andere delen van het jaar waargenomen worden.In de zomer vliegt de Grauwe Kiekendief regelmatig boven de kwelders. De Bruine Kiekendief broedt in het riet langs de buitenrand van de kwelder.
De beste plekken om vogels te kijken zijn:
Polder Breebaart bij Termunten
In
2001 is in opdracht van de Stichting Het Groninger Landschap een duiker in de
zeedijk bij polder Breebaart opengezet. Hier is een interessant natuurgebied met
brakwater ontstaan. Er is een vogelkijkhut en een bezoekerscentrum. Prima plek
om naar vogels te kijken.
Punt van Reide
De punt van Reide is een restant van een eeuwenoude oeverwal. De Punt is niet toegankelijk, maar vanaf de dijk zijn de vogels op de Punt en het aangrenzende wad goed te bekijken. Meestal zijn er talloze steltlopers, en vooral in het voorjaar zijn de Brandganzen talrijk.
Nieuwe
Statenzijl met de vogelkijkhut de Kiekkaaste
Op het pad naar de Kiekkaaste is de kans groot om blauwborsten en baardmannetjes te horen. Vanuit de Kiekkaaste is er mooi zicht op het wad met vaak heel wat steltlopers en eenden.
Ambonezenbosje
Halverwege de Carel-Coenraadpolder is een goed overzichtszichtspunt vanaf de dijk over de kwelder. Vogels zitten vaak op grote afstand.